Lang, lang geleden, in een afgelegen Brabants dorpje, woonde eens een meisje dat dol was op lezen. Het liefste kroop ze weg in een dik boek. Dan kon haar moeder roepen tot ze een ons woog, maar het meisje hoorde het niet. Ze ging zo op in haar eigen wereldje, dat alles om haar heen vervaagde. En als dat meisje niets te lezen had, dan verzon ze gewoon zelf een verhaal. Of een gedicht, dat deed ze ook. Ze speelde met de woorden tot de zinnen mooi liepen. En het moest rijmen natuurlijk, want dat hoorde zo bij een gedicht. Toen tenminste wel, zeker voor kleine meisjes uit afgelegen boerendorpjes.
Soms droomde het meisje ervan schrijfster te worden. Een écht boek met háár naam op de kaft, dat zou geweldig zijn. Maar dat was een droom. In de echte wereld gingen kleine boerenmeisjes studeren, vonden een baan en kregen een druk sociaal leven.
Jullie snappen het natuurlijk al lang. Dat kleine meisje, dat was ik. Veel lezen en schrijven dat doe ik nog steeds, maar blijven dromen niet meer. Nee, dromen zet ik nu om in daden en mijn eerste boek ‘Bloedzuster’ verschijnt in november bij Godijn Publishing. Wie zegt dat dromen bedrog zijn?